Advies aan hobbymatige pluimvee houders
Adviezen aan hobbymatige houders van pluimvee en parkvogels
Om te voorkomen dat uw dieren besmet worden met een
besmettelijke ziekte zoals Vogelgriep wordt aan hobbymatige pluimveehouders
gevraagd de navolgende adviezen op basis van vrijwilligheid zoveel mogelijk op
te volgen.
1. Voorkom, voor zover
mogelijk, dat uw hobbymatig gehouden pluimvee en parkvogels in contact komen
met, of in de buurt komen van professioneel gehouden pluimvee en van eenden,
ganzen of zwanen, die vrij rondlopen en vliegen.
2. Zet uw pluimvee of
parkvogels zo mogelijk in een met gaas afgesloten ren zodat er geen contact met
wilde vogels of de uitwerpselen daarvan kan ontstaan.
3. Laat niemand anders toe in
deze ren of in het hok van uw pluimvee of parkvogels, dan de verzorger.
4. Voorkom dat de mest van uw
pluimvee en parkvogels wordt versleept doordat deze bijvoorbeeld aan schoenen
blijft plakken en op die manier wordt meegenomen buiten het erf; verwissel uw
schoenen en gebruik aparte rubberlaarzen die u uitsluitend voor dit doel
gebruikt (dus niet om buiten uw erf te gaan). Indien dat mogelijk is, trek
daarbij een overall aan, die u speciaal gebruikt voor de verzorging van uw
pluimvee en parkvogels.
5. Direct voordat en nadat u
de dieren verzorgd heeft, dient u steeds uw handen grondig te wassen.
6. Probeer uw vogels zo weinig
mogelijk te verplaatsen. Bij verplaatsing naar bijvoorbeeld een
tentoonstelling, controleer de dieren dan extra op hun vitaliteit en
gezondheid. Dieren, die niet fit zijn, moet u niet verplaatsen.
7. Indien u nieuwe dieren
aanschaft, zet deze voor tenminste vier weken in een aparte ruimte en
controleer van deze dieren dagelijks de vitaliteit, gezondheid en mest.
8. Probeer voor zover mogelijk
na iedere schoonmaakbeurt van de hokken en rennen, de mest zo snel mogelijk af
te voeren in dichte zakken.
9. Als plotseling meerdere van
uw dieren ernstig ziek worden of dood gaan, neem dan direct contact op met uw
dierenarts of een erkende pluimveedierenarts.
10. In geval er een dier dood
gaat, kan dit het beste naar de gemeentelijke kadaververzamelplaats gebracht
worden. De dode dieren moeten daarbij deugdelijk worden ingepakt. Een dood dier
in ieder geval nooit bij het huisvuil plaatsen. Het zelf begraven van een enkel
klein gezelschapsdier is toegestaan mits begraven onder ten minste 50 cm grond.
11. Volg de actuele informatie uit het nieuws of op onze
websites. (KLN). U kunt dan uw maatregelen afstemmen op deze actuele situatie.